Eeuwenoude techniek

De molen maalt graan tot meel. De graansoorten die wij in de molen malen zijn onder andere tarwe, mais, gerst, haver, rogge en spelt.  

Van graan tot meel

Malen
De Havekes Mölle heeft voor het malen van granen windkracht 3 à 4 nodig. In de molen zijn twee koppels maalstenen. Een ervan wordt gebruikt om maïs te malen, de andere steen is voor granen. Deze maalstenen bevinden zich op de steenzolder, op stellinghoogte. Hier vindt het malen van het maalgoed plaats.

Hoe komt het maalgoed boven?
Dit gebeurt met het luiwerk. Dit bevindt zich op de luizolder. De verdieping boven de steenzolder. De luiketting wordt in beweging gebracht door het draaien van de wieken en loopt van de luizolder naar de begane grond. Het luiwerk takelt de zak met maalgoed naar de steenzolder. Het maalgoed komt terecht in de schuddebak boven de maalstenen.

Het maalproces wordt voorbereid
De steenspil (de as van de molensteen) dient in beweging gebracht te worden. Hiervoor dient eerst de molen stil gezet te worden. De steenspil dient namelijk eerst verbonden te worden met het spoorwiel boven de steenzolder. Wanneer de steenspil via het rondsel is gekoppeld aan het spoorwiel kan de molen weer draaien.

Wat gaat er allemaal bewegen?
De wind beweegt de wieken, de wieken het spoorwiel, het spoorwiel beweegt de steenspil. Deze steenspil zorgt er tenslotte voor dat de bovenste molensteen gaat draaien en het graan uit de schuddebak tussen de molenstenen geschud wordt. Het draaien van de bovenste steen (de loper) op de onderste molensteen zorgt voor het verwerken van het graan tot meel.

Wat gebeurt er met het meel?
Het meel verlaat de molenstenen aan de buitenkant en komt terecht in de meelpijp. Door deze pijp glijdt het meel naar de meelzolder, een verdieping lager. Op deze zolder is de molenaar het vaakst te vinden is. Het meel uit de meelpijp wordt hier door hem qua structuur beoordeeld. Kwaliteit is voor de molenaar van groot belang. Hij kan met zijn gehoor deze kwaliteit waarborgen. Erik: “Ik kan aan het geluid van de maalstenen horen of het meel de gewenste fijnheid krijgt. Vind ik de structuur niet goed dan verklein of vergroot ik de ruimte tussen de stenen.” Daarvoor hoeft hij niet naar de steenzolder. Hij trekt hééél voorzichtig ter plekke aan een stok, de licht(stok) genaamd. Dat kan alleen een vakman.

De laatste fases
Het door de molenaar goedgekeurde meel glijdt vanuit de maalbak in een zak. De volle zak wordt door het luiwerk naar beneden gebracht. Dat gaat met zwaartekracht, er is geen wind voor nodig. Iedereen die op zaterdag de molenwinkel bezoekt kan het meel daar kopen.

De oorsprong van de onderdelen & technische specificaties

  1. Hoogte molenbelt: 0,80 meter
  2. Gevlucht: 23,10 meter, gelaste roeden, oudhollands opgehekt.
  3. Buitenroede: fabrikaat Brunia, nr. 73, verlengd 36 cm. per end, lengte 23,10 meter
  4. Binnenroede: fabrikaat Brunia, nr. 74, verlengd 36 cm. per end, lengte 23,10 meter
  5. Gietijzeren as: fabrikaat en nummer onbekend (opschrift onder de vulstukken), 1903, lengte 5,05 meter.
  6. Bovenwiel (aswiel): 65 kammen steek 10,7 cm. bulletrie
  7. Bonkelaar: 33 kammen steek 10,7 cm. bulletrie
  8. Vlaamse vang met duim-oplegging van de vangbalk; ijzeren vangstok met prinsjeswerk
  9. Spoorwiel: 105 kammen steek 9 cm. acacia
  10. Steenrondsel: 35 staven steek 9 cm. azijnhout, overbrenging 1 : 5,91
  11. Steenkoppel: 16der, fabrikaat Reijer Rutgers uit Wageningen
  12. Steenrondsel: 31 staven steek 9 cm. beuken, overbrenging 1: 6,67
  13. Steenkoppel: 16der, fabrikaat H. Titulaer uit Plasmolen (1997 no. 1)
  14. Stellinghoogte: 6,80 meter
  15. Luitafel diameter: 1,30 meter
  16. Luiwiel diameter: 0,75 meter
  17. Gaffelwiel diameter: 1,27 meter, met houten gaffels
  18. Graanreiniger: bouwjaar ca. 1934, fabrikaat F. Neuhaus G.M.B.H., Eberswalde, model Stahl-Neusaat 10, aandrijving d.m.v. 2 pk elektromotor, fabr. E.M.F. Dordt
  19. Elevator: houten jacobsladder van de begane grond tot onder de kapzolder
  20. Dubbele koekenbreker (niet aangesloten).


De as is afkomstig uit 'De Oude Molen', te Den Ham, die in 1938 werd onttakeld. Samen met de roeden, fabrikaat Pot, nrs. 2535 en 2536 uit 1923, gingen deze onderdelen naar Twello. De roeden in Twello voorzien van Van Bussel stroomlijnneuzen, deden dienst tot 1975 en zijn daarna afgevoerd. Tot 1938 had Havekes Mölle een houten as, die tijdens een storm is afgebroken. De lagerstenen van de houten as zijn nog in de molen aanwezig. De oorspronkelijke springbeugel over de pen doet in aangepaste vorm nog steeds dienst.

Onderhoud door molenmakers: tot ca. 1960 Ten Heggeler Twello; restauratie 1975/76 Groot Roessink Voorst; restauratie 1983 Groot Wesseldijk Lochem, tevens onderhoud tot heden.

Oorspronkelijke bouw De molen is gebouwd in 1897/1898 door molenmaker J. Bletman JW zn. uit Deventer; enkele knechten waren G . Lammers en J. Kleinbussink. In onderstaande afbeelding geven wij u binnenkort gedetailleerd inzicht in de onderdelen van deze molen, de herkomst, materialen en/of het formaat.

1
2
3
4
5
6
7
Havekes Mölle doorsnede

Wilt u de molen met eigen ogen zien?

Iedere zaterdag zijn wij open. Kom langs voor een bezoek of een rondleiding.